De Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross is een pionier in haar werk rond rouw en sterven, vooral vanuit het perspectief van de stervende maar ook vanuit diegene die achterblijft. Zij onderscheidt verschillende rouwfasen: ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie, aanvaarding. Ze beschouwde deze niet als een lineair proces waar iedereen stap voor stap doorheen gaat, maar eerder als een persoonlijk proces waarin stappen ook overgeslagen kunnen worden, waarin verschillende fasen samen kunnen verlopen of waarin de ene soms voor de andere gaat. Zij besteedde naast de fase van verdriet ook aandacht aan ontkenning en boosheid, waardoor er meer ruimte kan komen voor aanvaarding. Ook andere deskundigen hebben het over ‘rouwfasen’ waar de rouwende doorheen gaat.

De Amerikaanse rouwdeskundige William Worden richt zich op de rouwende die een belangrijke andere verloren heeft. William Worden spreekt niet over rouwfasen maar over rouwtaken die een rouwende te doorlopen heeft. Hij onderscheidt 4 rouwtaken die bij voorkeur allemaal doorlopen worden, maar daarom niet in een vaste volgorde.

Vanuit onze praktijk prefereren we ook de term ‘taak’ omdat dit een connotatie van invloed heeft; het is iets dat de rouwende kan doen in plaats van alleen maar te kunnen ondergaan.

 

Vier rouwtaken bij verlies:

 

De eerste rouwtaak is het verlies onder ogen zien
Een overlijden dompelt de nabestaanden onder in een soort roes. “Het kan niet waar zijn” en “Het lijkt alsof ik in een nachtmerrie leef” zijn op dat moment vaak gehoorde uitspraken. Er zijn verschillende manieren om op dit verlies te reageren, zowel wat emoties als reageren betreft: de ene weent veel, de ander zegt niet; de ene vlucht van het besef weg door te werken, de ander heeft net veel nood aan steun van anderen.

Het is alleszins nodig de realiteit onder ogen te zien, ook al kan en mag dit een tijd duren. Zonder dit besef kan het rouwproces niet beginnen. Hierin zit ook een verschil tussen het weten met je verstand, en het verlies voelen in je lijf. Het helpt om afscheid te nemen van het stoffelijk overschot van de dierbare, hoewel dat ook erg pijnlijk kan zijn. Zelfs wanneer de overledene werd verminkt door de manier van overlijden is dit nodig omdat het besef dat de dierbare dood is komt als men voor zijn stoffelijk overschot staat. Begrijpen wat er gebeurd is (waar, wanneer, hoe?) is in dit stadium eveneens essentieel, overledenen zijn dan ook vaak bezig met deze puzzel in elkaar te zoeken.

Gevoel en verstand lopen in deze periode niet samen: we kunnen verstandelijk bevatten dat de ander dood is maar gevoelsmatig voelen, begrijpen, accepteren we dit nog niet. Mensen zetten hier nog vaak automatisch dat extra bord op tafel, of je hoort iemand binnenkomen en denkt dat het je partner is, …  Dat is normaal, zal nog een hele tijd blijven en hoort er bij.

 

De tweede rouwtaak is omgaan met de pijn van het verlies
Dit is de enige manier om het verlies te verwerken: als je er in slaagt de pijn te dragen en verdragen. Er zijn grote verschillen in het ervaren van emoties bij rouwenden. Bij de een gaat dat in grote, heftige golven, bij een ander verloopt het veel rustiger, gelijkmatiger. Naarmate de weken verstrijken, begint de shock te vervagen en de pijn weg te ebben.

Verschillende gevoelens wisselen elkaar af: pijn, verdriet, angst om nog meer mensen te verliezen, kwaadheid over het gebeurde, soms ook opluchting als iemand ernstig ziek was, dat er een einde kwam aan een lijdensweg. Soms ook juist niet-voelen. Mensen kunnen zichzelf verwijten maken, of zich eenzaam, alleen, niet begrepen voelen in hun rouwen.

Mensen reageren vaak ook fysiek op verlies: ze hebben buikpijn, een krop in de keel die maar niet weg gaat, een gevoel van een steen op hun borst, een droge mond, geen zin in eten, ze zijn moe, ze slapen slecht.

Er kan veel onrust zijn in het hoofd: ze piekeren veel, zijn onrustige, hebben concentratieproblemen. Mannen rouwen vaak anders dan vrouwen, kinderen rouwen anders dan volwassenen. Niemand kan vertellen hoe je je moet voelen of hoe je moet rouwen, omdat we hier allemaal andere dingen in nodig hebben.

 

De derde rouwtaak bestaat erin zich aan te passen aan een leefomgeving zonder de overledene
Deze rouwtaak bestaat er in je leven her in te richten na het verlies, de draad weer oppakken, hoe moeilijk dat ook is. Het verlies van een belangrijke andere gooit ook vaak het sociale leven van de nabestaanden overhoop. Het is verder leven met het gemis. Wat je altijd deed nu zonder die ander doen. Het beeld wat je had van je toekomst bijstellen.

Dit vraagt aanpassing en soms ook nieuwe vaardigheden. De omgeving reageert hier ook op: het leven is anders voor een paar dan voor een alleenstaande. Een ouder is na de dood van een enig kind voor de maatschappij maar ook de omgeving geen vader of moeder meer. Wanneer een ouder sterft kan het zijn dat de kinderen meer huishoudelijke taken moeten opnemen. Wanneer een kind sterft moet het gezin zich reorganiseren zonder dit kind. Het gaat hier dus niet alleen om veranderingen in het dagelijks leven maar ook om veranderingen in de manier waarop de omgeving naar de nabestaande en de nabestaande naar zichzelf kijkt.

 

De vierde rouwtaak is het bewaren van de herinnering aan de overledene
Hierin plaatsen de nabestaanden het overlijden in zijn juiste perspectief, en krijgen ze stilaan weer zin in het leven. Het verlies wordt hierin verweven met het verdere leven. Het rouwproces loopt ten einde: de overledene is nog altijd erg aanwezig in de geest en het hart van de nabestaanden, maar de pijn vervaagt. De energie keert terug, en er worden opnieuw plannen gemaakt. Het verdriet wordt milder wordt, beheerst niet meer je hele leven. Er blijven moeilijke dagen, maar je bent toch in staat je weer op de toekomst te richten.

 

Deze 4 rouwtaken zijn aspecten van een rouwproces en hebben geen vaste volgorde. Je bent er telkens op een andere manier mee bezig, maar herkent vaak wel dat bepaalde zaken regelmatig terugkomen. Soms is het weg, en dan komt er weer een bepaalde moeilijke periode aan (vaak verjaardagen, vieringen, opnieuw een overlijden, een geboorte, …) waarin er weer een rouwtaak hervat wordt. Ook dit is normaal en hoort er bij.