Verkenningen door het land van rouw – De tocht naar de herberg
Ingrid Jacobs, onze rouw- en traumatherapeute, vindt wanneer het over rouw en wat therapie hierin kan betekenen gaat, dit stuk uit het boek ‘Herbergen van Verlies’ van Riet Fiddelaers-Jaspers zeer treffend.
Hij was al lange tijd op weg, met op zijn rug een zware rugzak. Zoekend en dwalend trok hij door het land. De laatste tijd had hij soms de neiging de moed op te geven. Zou hij ooit vinden wat hij zocht? Hij vroeg zich af of hij verder moest gaan. Hij was al zo lang onderweg en de rugzak was zo zwaar. In de loop van zijn tocht was er steeds meer ballast bij gekomen. Wat er precies in zat? Hij wist het niet, hij had er niet naar durven kijken. Zorgvuldig had hij elke keer de gespen en de koordjes gesloten en ze daarna dicht gelaten. Bang voor de onbekende inhoud die als zware stenen aanvoelde. Wat er het laatst bij was gekomen en bovenop lag, wist hij nog wel. Maar daaronder en voorhal helemaal op de bodem… nee, hij wilde er niet eens over nadenken. Opgeruimd staat netjes, dacht hij, terwijl hij stevig doorliep. Zo had hij het vroeger geleerd.
De tocht werd zwaarder en zwaarder. Het leek vaak of hij geen stap vooruit kwam. Zijn enige houvast waren de steenmannetjes die hij soms in het onherbergzame landschap tegenkwam. De bergen werden hoger, de ravijnen dieper, de rivieren al lastiger om over te steken omdat ze zo snel stroomden en kolkten. En de weg werd steeds eenzamer. Veel tochtgenoten waren onderweg afgehaakt. Ze begrepen niet waarom hij steeds de zwaarste route koos. Waarom zo moeilijk, er moest toch een makkelijker weg zijn.
Daar stond hij opnieuw in een dorre, hete woestijn waar geen einde aan leekt te komen. Af en toe was er een kleine oase of lipe er een waterstroompje. Dat was meestal van korte duur. Was het toen dat hij zich in een flits afvroeg of hij deze zware rugzak altijd moest dragen. Was er dan geen andere manier? Nog een tijdje liep hij door zoals hij gewoon was. Toch was er iets veranderd.
Op dat moment zag hij in de verte een klein lichtje in het duister opdoemen. Hij besloot die richting op te lopen. Het was nog een hele tocht voor hij bij een herberg uitkwam en op de deur klopte. De vriendelijke herbergier liet hem binnen:’Welkom, eindelijk ben je gekomen!Ik verwachtte je al zo lang. Kom, ik wijs je je kamer. Daar kun je je opfrissen en wat rusten. Zet je rugzak maar in die hoek. Dan kun je hem straks bij het haardvuur openen. Dat is een fijne plek om een begin te maken’.Verwonderd keek hij de herbergier aan: deze smerige, loodzware rugzak openen?!
Toen hij fris en uitgerust weer beneden kwam, kon hij bij het knapperende haardvuur plaatsnemen. Aarzelend pakte hij zijn rugzak en begon de koordjes voorzichtig los te maken en de gespen te openen. Deze plek in de herberg schonk hem moed.
Hij wist dat de tijd gekomen was. Tijd om zijn loden last uit te pakken en aan te kijken. Tijd voor een nieuw begin.
van Riet Fiddelaers-Jaspers uit Herbergen van Verlies
Ingrid Jacbos, gestalttherapeute, rouw- en traumatherapeute